Anale fissuur
Korte samenvatting
Een anale fissuur is een klein scheurtje in de huid van de anus dat vaak hevige pijn en soms bloedverlies veroorzaakt tijdens of na de stoelgang. Meestal geneest dit vanzelf binnen vier tot zes weken, maar als de klachten langer aanhouden kan aanvullende behandeling of onderzoek nodig zijn.
Wat is het?
Een anale fissuur is een kloofje of snede in de huid van de anus. Deze kan oppervlakkig zijn of zo diep dat het onderliggende spierweefsel zichtbaar wordt. Het ontstaat vaak door hard persen bij de ontlasting of tijdens een bevalling. Soms ligt er een onderliggende medische aandoening aan ten grondslag, zoals een infectie of – in zeldzame gevallen – kanker. Anale fissuren komen voor bij alle leeftijden, ook bij zuigelingen en jonge kinderen.
Hoe ontstaat het?
Een fissuur ontstaat meestal door het passeren van harde of grote ontlasting, door chronische verstopping of door herhaaldelijke diarree. Ook een verminderde doorbloeding van het anale gebied of gespannen kringspieren kunnen bijdragen. Soms ontstaat het in de context van ziekten zoals de ziekte van Crohn, tuberculose, syfilis of herpes. Bij vrouwen kan een fissuur optreden tijdens of na de bevalling.
Wat zijn de klachten?
Typische klachten zijn scherpe pijn tijdens of vlak na de stoelgang, vaak met helderrood bloed op de ontlasting of het toiletpapier. Soms is er een branderig gevoel of jeuk rond de anus. Bij inspectie kan een kloofje zichtbaar zijn, soms met een klein huidbobbelletje ernaast.
Hoe te voorkomen?
Het voorkomen van harde ontlasting is het belangrijkste. Voldoende vocht en vezelrijke voeding verkleinen de kans op obstipatie. Regelmatig bewegen helpt ook. Het vermijden van overmatig persen bij de stoelgang is een belangrijke leefstijltip.
Is aanvullend onderzoek nodig?
Meestal kan de arts de diagnose stellen door het gebied rond de anus te bekijken. Soms wordt een rectaal onderzoek gedaan met een endoscoop om de fissuur beter te beoordelen en andere oorzaken van pijn, zoals aambeien, uit te sluiten.
Hoe wordt het behandeld?
In de meeste gevallen geneest een fissuur vanzelf binnen vier tot zes weken. Behandeling is gericht op het verzachten van de ontlasting (bijvoorbeeld met vezels of laxeermiddelen) en het verminderen van pijn, eventueel met verdovende of verzachtende crèmes. Als de fissuur langer dan acht weken blijft bestaan, spreekt men van een chronische fissuur. Dan kan een intensievere behandeling nodig zijn, zoals medicinale crèmes die de kringspier ontspannen, of in zeldzame gevallen een operatie.
Wat is het vooruitzicht?
Het merendeel van de acute anale fissuren geneest spontaan en zonder blijvende schade. Bij chronische fissuren kan de genezing langer duren, maar ook dan is de prognose meestal goed met de juiste behandeling. Alleen bij een onderliggende aandoening is de kans groter dat de fissuur terugkomt.
