Waarom de reguliere media soms fabels versterken

Niet alleen influencers verspreiden misinformatie. Ook reguliere media dragen er soms aan bij. Door framing, snelheid en koppenlogica worden halve waarheden volwaardige headlines. In dit blog lees je hoe dat gebeurt, wat het doet met vertrouwen in de zorg en hoe je als professional herkenning en rust kunt brengen met de checklist Media & misleiding herkennen.

 

“Eczeem? Dat komt door voeding.”

 Ik las het opnieuw in een populair tijdschrift. Geen bron, geen context, wel een geruststellende toon. En precies dat maakt het riskant.

Wat begint als een onschuldig lifestyle-stuk, wordt vaak een medische fabel met echte gevolgen. Lezers onthouden de boodschap, niet de nuance. Zo druppelen halve waarheden van social media naar de krant, waar ze meer gezag krijgen.

“Misinformatie gedraagt zich als schimmel: snel, stil, hardnekkig.”

In deze blog neem ik je mee in de wereld achter de krant: waarom zelfs goedbedoelde journalistiek soms fabels versterkt, hoe ons brein daar in meegaat en hoe je dat in de spreekkamer kunt omkeren.

 

1. Van social post naar krantenkop

Sociale media zijn de nieuwe nieuwsketen. Wat viraal gaat, belandt binnen uren op redactieschermen. Niet omdat het waar is, maar omdat het aandacht trekt en aandacht is de valuta van de moderne journalistiek.

Een populaire post over “natuurlijke huidverzorging” wordt snel herschreven. De foto blijft, de nuance verdwijnt. Het resultaat: een artikel dat vertrouwd klinkt maar feitelijk wiebelig is.

“Informatie zonder context is halve zorg.”

Voor zorgprofessionals is het herkenbaar: de cliënt die zegt ‘Ik las dat in de krant’, en daarmee bedoelt ‘Het moet dus waar zijn.’

 

2. Framing verkoopt beter dan nuance

Een goede kop moet klikken; een goede uitleg kost tijd. Daarom wint framing het vaak van feitelijkheid.

Voorbeeld 1: “Eczeem? Dat komt door voeding.”
 Het klinkt logisch één oorzaak, één oplossing. Maar eczeem is geen klassieke voedselallergie. Het is een samenspel tussen huidbarrière, immuunsysteem en omgeving.

🥣 De praktijk: lange eliminatiediëten, frustratie, ondervoeding en uitstel van effectieve behandeling. 

“We hoeven niet alles te weten — maar we moeten wel betere vragen leren stellen.”

 

3. Halve waarheden worden hele headlines

Een snufje waarheid maakt elke fabel geloofwaardig.

Voorbeeld 2: “Je huid vertelt wat er in je darmen gebeurt.”
 Er is een link tussen darm en immuunsysteem, maar niet tussen elke puist en je ontlasting.
 Toch blijft de uitspraak rondzingen omdat ze past in een verhaal dat lekker loopt: van binnen naar buiten, natuurlijk en controleerbaar.

🧃 Het gevolg: detoxkuren en probiotica als wondermiddel, zonder wetenschappelijke basis.

“De patiënt ziet een klacht; jij ziet de context.”

4. Framing + angst = impact

Angst verkoopt nog beter dan hoop.

Voorbeeld 3: “Van hormoonzalf wordt je huid dun en verslaafd.”
 Een zin die regelmatig in tijdschriften opduikt, vaak in de vorm van een persoonlijk verhaal. Herkenbaar, maar niet waar.

Corticosteroïden zijn veilig bij juist gebruik. Flare-ups na stoppen betekenen geen verslaving. Toch blijft het frame “gevaarlijke zalf” hangen, omdat de context ontbreekt.

📍 Gevolg: angst, vermijding en verergering van klachten.

“Fabels verdwijnen niet vanzelf, daar moet je actief aan trekken.”

 

5. Pseudo-wetenschap in een gezond-verstand-jasje

Voorbeeld 4: “Zonnebrandcrème veroorzaakt kanker.”
 De claim klinkt radicaal maar redelijk: “chemisch is slecht, natuurlijk is goed.”

De realiteit: zonnefilters worden streng getest; de zon zelf is een erkende kankerverwekker. Toch blijft de fabel aantrekkelijk, omdat ze inspeelt op onze behoefte aan eenvoud en controle.

🌱 Maar eenvoud zonder bewijs is zelden onschuldig.

“Geen mening, maar onderbouwde feiten.”

 

6. Het brein gelooft wat het herhaalt

Wat vaak genoemd wordt, voelt waar. Dat is hoe ons brein werkt. Bekendheid geeft een gevoel van betrouwbaarheid en zelfs als de inhoud onjuist is.

Voorbeeld 5: “Je huid moet ontgiften.”
 Een populaire uitspraak in detoxblogs en soms zelfs in magazines. Maar je huid ontgift niet; dat doen je lever en nieren. Wat mensen zien bij een flare-up is geen ontgifting, maar een ontstekingsreactie.

📱 Herhaling, herkenning en emotie maken fabels plakkeriger dan feiten.

“Objectieve waarheid is minder bepalend dan herkenning — we geloven wat vaak herhaald wordt.”

 

7. Waarom factcheckers achterlopen

“De bewering is altijd sneller dan de weerlegging.” Een fabel kan zich binnen uren verspreiden; een degelijke factcheck kost dagen.

Tegen de tijd dat de correctie verschijnt, zit de fout al in ons geheugen. Zelfs als we het nieuwere feit kennen, blijft het oude beeld hangen. Dat maakt misinformatie zo hardnekkig.

“Je kunt geen misinformatie bestrijden met stilte.”

 

8. De denkfout van ‘false balance’

Journalisten streven naar evenwicht: voor elk standpunt een voor- en tegenstander. Dat klinkt eerlijk, maar werkt in de geneeskunde niet.

Een antivaxer naast een kinderarts of een influencer naast een dermatoloog. Het wekt de indruk dat beide meningen evenveel gewicht hebben. Zo ontstaat schijn-balans: de illusie dat er nog twijfel is waar die allang is opgelost.

“Door de ene stem even luid te zetten als de andere, verliest het publiek het besef van weging.”

 

9. De impact in de spreekkamer

Wie dagelijks met cliënten werkt, merkt het direct. “Ik las dat in de krant,” zeggen ze. Wat volgt is een mix van twijfel, angst en schaamte.

Media hebben geen slechte bedoeling, maar hun kader bepaalt wel hoe mensen denken. Een onschuldige kop kan vertrouwen ondermijnen of behandeling uitstellen.

Als zorgverlener heb je dus twee rollen: behandelen én duiden. Uitleg geven waar context ontbreekt. Dat vraagt geduld en rust, maar voorkomt onnodige angst.

“Zorg begint niet bij behandelen, maar bij begrijpen.”

 

10. Waarom dit maatschappelijk ertoe doet

Wanneer gezondheid nieuws wordt, verandert vertrouwen in handel. De lijn tussen informeren en beïnvloeden is flinterdun geworden.

Elke fabel die de krant haalt, maakt de spreekkamer drukker. Mensen twijfelen langer, zoeken later hulp en vergelijken zorg met artikelen die nooit voor hen persoonlijk bedoeld waren.

“Als feiten een verdienmodel worden, verandert vertrouwen in valuta.”

Daarom is mediawijsheid geen luxe, maar onderdeel van goede zorg. Wie weet hoe framing werkt, kan haar ook ontmantelen, rustig, respectvol, met feiten én begrip.

 

11. Wat professionals wél kunnen doen

  • Verklaar het mechanisme. Leg uit hoe journalistiek werkt: korte deadlines, clicks, emotie.
  • Herken framing. Als iets té simpel of té emotioneel klinkt, is het dat vaak ook.
  • Gebruik de checklist. Beoordeel artikelen op bron, doel en bewijs.
  • Verwijs door. Noem Thuisarts, Gezondheid en Wetenschap of Huidopleiding als betrouwbare bronnen.
  • Blijf vriendelijk. Mensen zoeken zekerheid, geen strijd. Luister eerst, leg dan uit.

“Wie misleiding herkent, kan geruststelling bieden zonder strijd.”

 

12. Wat goede journalistiek wél doet

Gelukkig bestaat die nog steeds. 

Goede journalistiek:

  • noemt haar bronnen,
  • spreekt met experts,
  • vermijdt absolute uitspraken,
  • en plaatst feiten in context.

Ze geeft niet alleen informatie, maar ook kaders voor begrip. Dat kost tijd, maar levert vertrouwen op.

“Goed luisteren is actief werk.”

 

13. Conclusie

Media zijn geen vijanden van wetenschap, maar wel haar kwetsbare bondgenoten. Snelheid, framing en handel in aandacht maken zelfs de beste redacties vatbaar voor fabels die kloppen op gevoel, niet op bewijs.

Zorgprofessionals staan aan het einde van die keten — daar waar het gesprek weer persoonlijk wordt. Wie feiten kan duiden en misleiding kan herkennen, herstelt meer dan informatie: die herstelt vertrouwen.

“Tussen fabels en feiten ligt vertrouwen. En dat begint bij goede uitleg.”


📎 Download: Checklist Media & misleiding herkennen